Waar ben je naar op zoek?

Sluit zoekvenster

In Nederland heeft men vier regionale trainingscentra waar talentvolle handboogschutters worden klaargestoomd voor het grote werk. Het centrum van Noord-Nederland bevindt zich in Almere. De samenwerking tussen provincie en gemeente, bond en RTC vormt het ideale model voor de volgende generatie.

Robbert Bonsink werkt voor Topsport Flevoland, dat onderdeel is van Sportservice Flevoland. De organisatie begeleidt zo’n tachtig tot honderd talentvolle atleten met een officiële status, uit verschillende sporten, waaronder handboogschieten. “Waarom handboogschieten?”, herhaalt Bonsink de vraag. “In Almere hebben we een sterke handboogvereniging en daarbij zocht de bond naar een centrale plek in de provincies boven de rivieren. Vanuit Topsport Flevoland zijn we kansen voor een talentenprogramma gaan onderzoeken, om zo een samenwerking aan te gaan door middel van een programma bij een sterke vereniging, die op veel plekken een RTC worden genoemd. Die kansen en samenwerkingspartners waren er en dus hebben we de schouders eronder gezet.”

Vanaf 2015 wordt de opleiding van regionale talenten centraal aangestuurd, maar waarom vindt de provincie Flevoland het belangrijk om haar steentje bij te dragen? “Zwart-wit gezegd is de breedte- en topsport goed geregeld in ons land, maar voor die laag ertussen is niet zoveel”, legt Bonsink uit. “De laag tussen de nationale selectie en de vereniging. Je ziet steeds meer partijen hun handen van die groep aftrekken. Wij en nog een aantal organisaties willen juist die kwetsbare tussenlaag ondersteunen. Dat kunnen bijvoorbeeld sporters zijn die iets langer nodig hebben om goed te worden, of sporters die iets vaker willen schieten dan die ene keer per week bij de vereniging.”

Topsport Flevoland is er vooral om de begeleiding rondom het RTC naar een hoger niveau te brengen. Ze zorgen ervoor dat de samenwerking met aangesloten gemeenten goed verloopt, talenten een speciale topsportstatus krijgen of schutters een financiële bijdrage krijgen via de provincie. “Dat laatste geldt alleen voor talenten uit Flevoland. Daarbij organiseren we ook workshops voor talenten en trainers. Met de trainers gaan we de diepte in op vlakken als een veilig sportklimaat en mentale begeleiding. We staan ook nog twee para-handboogschutters uit Almere bij. Dat staat los van het RTC. Ze haalden de Spelen in Parijs net niet, maar wie weet zijn ze er over vier jaar bij. Wat we zoal doen? Ze hadden vorig jaar bijvoorbeeld een belangrijk toernooi in Dubai. Heel duur. Dan helpen wij ze financieel door iets bij te dragen, maken we afspraken over een passende maatschappelijke tegenprestatie en zorgen we voor extra media-aandacht voor de sport en prestaties.”

Nationale selectie

Bonsink heeft vaak contact met Willem van de Worp, die programmamanager topsport is van de nationale bond. Hij bemoeit zich met facilitaire en financiële zaken met betrekking tot topsport. Daaronder valt dus ook het RTC Flevoland. Van de Worp: “Ik doe eigenlijk alles, behalve het geven van training. Wat betreft trainingen werkt het als volgt bij de bond: de trainers van de RTC staan onder toezicht van een coördinator die weer onder de coaches van de nationale selectie vallen. De sporters van een RTC worden geselecteerd tijdens onze jaarlijkse scoutingsdag op Papendal. Iedereen die lid is van de bond mag zich aanmelden. Uit die groep halen we personen die eventueel geschikt zijn voor de RTC en als ze ontwikkelingsmogelijkheden hebben, kijken we of er plek voor zie is op de RTC.”

Geografisch gezien behelst het RTC Flevoland het grootste deel van Nederland. Het RTC heeft al meerdere successen geboekt op het gebied van topsport, aldus Van de Worp. “Gijs Broeksma, die actief was op de Spelen in Tokio, en Jonah Wilthagen zitten in de nationale selectie en maakten ooit deel uit van RTC Flevoland. Net als Jay Tjin-A-Djie, die Compound schiet en vorig jaar op het WK in teamverband derde werd. Op het RTC is plaats voor Recurve- en Compound-schutters. Als bond hebben we het doel om jaarlijks één à twee RTC-talenten door te laten stromen naar Papendal. Het systeem werkt, want op één schutter na (Gaby Schloesser, red.) is ieder lid van de nationale selectie binnengekomen via een RTC.”

Van de Worp is Topsport Flevoland en ook de gemeente Almere dankbaar voor de jarenlange financiële bijdragen. Al zal hij tegelijkertijd niet op zijn lauweren rusten. De talenten van RTC Flevoland komen momenteel eens per week samen, maar hij hoopt dat dat binnenkort vaker het geval is. “Het liefste zouden we ze twee of drie keer samen laten komen. Ze trainen natuurlijk wel vaker, maar dan bij hun vereniging. Ook dan is het programma van het RTC leidend, maar het zou fijn zijn als we nog meer zouden kunnen faciliteren. Zo zijn we momenteel bezig met het opzetten van een krachttrainingsprogramma. Topsport Flevoland werkt samen met organisaties die ons daarbij kunnen helpen. We kijken nu in welke vorm we dat kunnen gieten.”

Mentaal

Want zo makkelijk is het niet, benadrukt Esther Deden, die op vrijwillige basis trainster is van de talenten van RTC Flevoland. “Dit is eigenlijk RTC Noord-Nederland. Er komen ook sporters uit Heerhugowaard of Arnhem, of uit Friesland. We zijn daarom op het gebied van logistiek minder flexibel om trainingen te geven. De avonden zijn vaak niet haalbaar. Ik ben zelf ook schutter bij het RTC van Flevoland geweest en daarna ben ik doorgestroomd naar Papendal. Toen ik daar eenmaal klaar was, wilde ik iets in de sport blijven doen. Ik ontdekte dat ik het zijn van trainer leuk vond en uiteindelijk ben ik weer bij het RTC terechtgekomen.”

Deden verzorgt trainingen, maar zorgt ook voor planningen en geeft een bepaalde levensstijl mee aan de talenten. “Zo is mentale training veel belangrijker geworden. Toen ik op het RTC zat, was dat omdat je een pijltje kon schieten, maar tegenwoordig komt er veel meer bij kijken. Voor atleten, maar ook voor mij. Mentale training implementeer ik onder meer in schietoefeningen, maar we doen ook oefeningen buiten de schietbaan. Dan stel je je bijvoorbeeld de vraag: hoe stel je doelen? De reden dat talenten staan waar ze staan, is omdat ze kritisch zijn en veel verlangen. Dat is waarmee je boven het gemiddelde uitsteekt, maar het is ook een mindset waarmee je op lange termijn niet het beste uit jezelf haalt. Kritisch zijn en negatief zijn liggen immers dicht bij elkaar.”

Ze vindt het mooi om te zien hoe atleten van naïef kind doorgroeien naar zelfbewuste topsporter. Deden ziet sporters per week groeien. “Ik zou blij zijn als ik talenten kan afleveren aan Papendal, maar ik wil vooral dat meer dan negentig procent een goede nationale schutter wordt en de sporters zich blijven inzetten voor de sport. Zo wordt de handboogsport als geheel sterker. Ik besef dat Papendal voor velen niet haalbaar is. Het is best pittig om twaalf schutters tussen de twaalf en twintig jaar te begeleiden. Ik werk samen met een assistent, maar twaalf is echt het maximum. Of er grote talenten tussen zitten? Er zitten altijd atleten tussen waarvan je iets verwacht. Ik heb goede hoop dat een aantal schutters van RTC Flevoland zal doorstromen naar de nationale selectie.”

Richt je pijlen op de laatste nieuwtjes! Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis geen enkel schot.