Ze is pas zeventien jaar, maar met een klein beetje geluk zou het niet gek zijn als Quinty Roeffen volgend jaar al mag deelnemen aan de Olympische Spelen in Parijs. De Limburgse geldt als een van de talentvolste schutters van Nederland.
Nee, Quinty Roeffen komt niet uit een familie waar de passie voor handboogschieten van generatie op generatie is doorgegeven. Dat de sport tegenwoordig een groot deel van haar leven beheerst, ontstaat per toeval op het complex van een resort in Turkije. “Ik was daar met mijn familie op vakantie en je kon er allerlei activiteiten doen”, herinnert Quinty zich. “Ik mocht slechts één pijl schieten, omdat ik eigenlijk te jong was. Ik zei na die ene pijl meteen tegen mijn vader: “Dit vind ik leuk om te doen.” Ik had toen nog geen sport en eenmaal terug in Nederland zijn we op zoek gegaan naar een schietvereniging. Ik ben een kijkje gaan nemen bij De Schutroe in Horst, en daar ben ik niet meer weggegaan.”
Papendal
Als de medewerker van het Turkse resort de regels had opgevolgd, had Quinty dit interview wellicht nooit gegeven. “Dat klopt wel, ja. Al had de sport ook op een andere manier op mijn pad kunnen komen. Toen ik begon met handboogschieten zeiden anderen vaak: ‘Dat hoor je ook niet vaak.’ Of: ‘Hoe kom je uit bij die sport?’ Dat is nog steeds zo, maar ik heb gemerkt dat het door de jaren heen steeds een beetje populairder geworden is. Veel mensen hebben het gezien tijdens de Olympische Spelen. Zeker dan besef je dat de sport in de lift zit.”
Bij die eerste pijl in Turkije merkt Quinty niet meteen dat ze talent heeft als schutter. Dat komt pas later als trainers bij De Schutroe haar weinig meer kunnen bijbrengen en ze op regionaal en later landelijk niveau gaat schieten. “Al zeiden de trainers bij De Schutroe meteen al dat ik een goede techniek heb en netjes sta. Zelf vind ik het moeilijk om te zeggen dat ik goed ben. Wat je moet kunnen? In de eerste plaats draait alles om plezier hebben in de sport. Daarnaast moet je een hoge concentratie en veel discipline hebben. Het is niet dat ik dat van nature had, want op de lagere school had ik helemaal niet zo’n lange concentratieboog. Door het boogschieten ben ik óók als persoon gegroeid. Discipline hebben, geconcentreerd zijn: ik heb het geleerd door boogschieten.” Sinds augustus 2021 zit Quinty intern op Papendal. Samen met andere talenten werkt ze iedere dag aan haar ontwikkeling. “Toen ik naar Arnhem verhuisde, was ik net geslaagd voor mijn middelbareschooldiploma. In het begin was het best eng. Ik stond ineens op eigen benen en moest zelfstandiger gaan leven. Daar had ik in het begin moeite mee. Zeker omdat ook mijn school niet altijd even makkelijk meewerkte met het aanpassen van mijn planning. Tegenwoordig is het routine voor me. Een reguliere week bestaat uit school, één middag stage, schieten en drie keer per week krachttraining. Ik denk dat ik vijftig procent van mijn tijd kwijt ben aan school en vijftig procent aan schieten.”
Olympische Spelen
Quinty is een van de grootste Nederlandse talenten van het record voor dames onder 18 met de recurve boog uit de boeken. Met 72 pijlen kwam ze tot een recordaantal van 681 punten. Daar bleef het vorig jaar niet bij, want ze werd daarnaast ook Nederlands kampioene op vier verschillende onderdelen. “Vorig seizoen was een jaar vol hoogtepunten, en maar heel weinig dalen. Die titels waren hoogtepunten, maar ik ben ook met de nationale damesploeg naar Bulgarije geweest om te schieten. Überhaupt mee mogen met de volwassenen was een hele ervaring. Lange tijd was er geen Nederlandse damesploeg. We moesten nog uitvogelen hoe het eraan toegaat, maar het was geweldig om mee te maken.”
Ze schiet nu samen met onder andere Gaby Schloesser; de geboren Mexicaanse die op de jongste Olympische Spelen samen met Steve Wijler zilver won op het gemengde onderdeel. Hoe kijkt Quinty naar de Olympische Spelen van Parijs van volgend jaar? “Dat is nog afwachten. Zelf durf ik er niets over te zeggen, maar sommige mensen hebben veel vertrouwen dat ik het kan halen. Anderen zeggen dat het vanzelf komt. Ik train hard en doe mijn stinkende best, maar als het niet komt, komt het niet. Een eventuele deelname zou sowieso in teamverband zijn, want individueel komt het te vroeg voor me. Of ik zelf altijd klaar zat om te kijken tijdens de Spelen? Eerlijk gezegd niet, nee. Op toernooien vind ik het wél leuk om finales live te kijken, maar op televisie niet.”
Voor komend seizoen heeft Quinty kleine maar realistische doelen opgesteld. In eerste instantie wil ze een finaleronde winnen in een World Cup. Dat is haar nog niet eerder gelukt. “Ik wil geen stappen overslaan in mijn ontwikkeling. Ik ga volgend jaar wel mee met de volwassenen, maar ik ben nog niet zo ervaren als zij. Je kunt het verschil qua niveau nog zien en ik merk het zelf ook. Het doel op de middellange termijn is om naar dat niveau toe te groeien. En het ultieme doel? Ja, dat zijn toch de Olympische Spelen. Niet per se het behalen van een gouden plak, maar om als individu te mogen meedoen aan het grootste sportevenement ter wereld.”