Run-Archery, een stap verder …..
Bijdrage van de voorzitter van de Run-Archery werkgroep; Wim Mulder Avalon Apeldoorn
Natuurlijk zegt elke handboogschutter dat zijn eigen schietdiscipline absoluut de beste is, de meeste uitdaging heeft en de meeste skills vraagt. Toch wil ik een lans breken voor de bijzondere uitdaging die de run-archery heeft. Het gaat echt een stap verder.
De formule van de run archery is eenvoudig. De deelnemers beginnen met een ronde hardlopen en moeten dan 4 doelen omschieten. Missen ze een doel dan moeten ze voor de volgende hardloopronde eerst een korte strafronde rennen. In totaal moeten er 3 keer 4 doelen omgeschoten worden. De Run Archery is feitelijk een direct zusje van de winterbiatlon. Tijdens de looprondes draagt de schutter zijn boog en staan de pijlen bij de schietlijn. De sport begint steeds populairder te worden. Tijdens het laatste EK in Zoetermeer zagen we hoe de Fransen en Duitsers de Run-Archery naar een hoger niveau aan het brengen zijn. Het gaat om tijd, focus, snelle booghandelingen, conditie, taktiek en concentratie.
Waarom is Run-Archery nu een stap verder?
Zoals de meeste van ons weten wordt het boogschot opgebouwd uit een flink aantal stappen. Ik zal er enkele noemen. Voor het aanzetten van de boog wil je de boogarm (de arm waarmee je de boog vasthoudt) in de goede positie plaatsen. Bij het aanspannen van de boog wil je de schouderbladen in de goede positie brengen. Bij het richten wil je letten op de positie van de pees en het doel. Bij het lossen willen je de vingers langs je oren voelen glijden. Direct na het lossen wil je de pijl volgen naar het doel. Gedurende al deze stappen wil je jouw ademhaling controleren. Het doorlopen van al deze stappen (en je zult er zelf misschien nog wel een paar meer hebben) wil je ook doorlopen tijdens de run archery. Sterker nog, doorloop je deze stappen goed, zitten deze stappen al als een automatisme in je systeem, dan is je trefkans hoog. Maar nu komt het….
In een wedstrijd moet je al deze stappen snel doorlopen. Je wilt immers zo weinig mogelijk tijd verspillen op de schietlijn. Daarnaast merk je dat je hartslag niet op 90 hangt maar na een ronde hardlopen op de 140 of 170 staat. Je merkt dat het controleren van het schot in een keer een stuk lastiger wordt. Je spieren trillen meer dan normaal. Je wil de pijl snel lossen omdat je adem wil halen. Fouten of liever foutjes die je anders nooit maakt, drijven nu in een keer naar boven. Die schouderbladen staan nog niet zo goed. In plaats van goed te lossen begin je gitaar te spelen. En als dat nog niet genoeg is wordt je tijdens een wedstrijd op tal van momenten afgeleid. Op de schietlijn gebeurt van alles. Deelnemers passeren elkaar, publiek schreeuwt je aanmoedigingen toe, je hoort gehijg en je moet even op de scheidsrechter letten. Het vraagt allemaal aandacht. En dan op het moment dat je de volgende ronde in gaat heb je weer een hele ronde de tijd om over van alles na te denken. Juist dit allemaal maakt de Run Archery leuk en uitdagend. Het is meer dan alleen schieten. Het vraagt een meer all-round conditie en het vraagt gewenning aan hele andere schietomstandigheden.
Hardlooptraining
De loopconditie die je nodig hebt voor de run archery is niet extreem. Iedereen kan meedoen op zijn eigen niveau. Loop je gemiddeld 2 keer in de week 45 minuten dan zijn de afstanden in de wedstrijd geen probleem. Wil je sneller gaan lopen dan is het handig je looptraining daarop af te stemmen. Zelf loop ik 1 keer in de week bij een atletiek vereniging die zeer goede interval trainingen geven. Het is geen must maar wel een aanrader. Tijdens de run archery training wordt gevarieerd getraind. Hier wordt vooral de afwisseling gezocht tussen hoge hartslag en controle bij het schieten. Dit kan bereikt worden met korte sprintjes en/of bootcampachtige oefeningen tussen het schieten door. Het mooie van de training is dat ondanks grote niveau verschillen de groep bij elkaar blijft. Ook leent deze training zich voor tal van verschillende kleine wedstrijd elementjes om focus en snelheid te meten. Leuk, gevarieerd en er ontstaat dan een groepsgevoel. Kijk voor meer informatie over training en opzetten van een trainingsgroep ook hier.