Eerste startbewijzen binnen voor Nederlandse recurve sporters
Op 18 juli gaan de Nederlandse recurve sporters naar Parijs voor de Olympische Spelen. Er wordt door de sporters en de coaches hard gewerkt om alles in goede banen te leiden, maar ondertussen zijn de voorbereidingen ook in volle gang om de sporters en coaching in Parijs te krijgen.
Op het WK vorig jaar waren de dames en heren dicht bij plaatsing voor de Olympische Spelen. De dames werden 4e en de heren 5e, een top drie klassering was noodzakelijk voor directe plaatsing. Bondscoach Jacqueline van Rozendaal was toch zeer trots op de prestaties tijdens de WK. “Vier jaar geleden was een top acht goed voor een startbewijs voor de Spelen in Tokio. Vorig jaar was het drukste WK ooit en daar zitten we zo kort op de top drie. Dat was heel erg goed en daarmee is er ook genoeg geloof in deelname aan de Olympische Spelen dit jaar.”
Er zijn nog op verschillende manieren startbewijzen te behalen. “Als eerste is daar het EK, daar richten we letterlijk en figuurlijk onze pijlen op. De kampioenen worden direct geplaatst voor de Olympische Spelen. Daarna gaan we nog naar Antalya waar we ook tickets voor het team kunnen bemachtigen. Mocht het dan nog niet zijn gelukt, dan zijn er nog twee wildcards op basis van de wereldranglijst.”
Ook voor de individuele sporters zijn er nog volop opties. “Het quotum toernooi voor het EK en daarna nog wildcards. Nu is het wel zo dat team deelname voorgaat ten opzichte van individuele sporters.”
Succesvol in Essen
In Essen schoten de dames en heren raak. Bij de heren stonden Steve Wijler en Senna Roos in de finale, Wijler won de finale en verzekerde zich daarmee van deelname aan de Olympische Spelen. Doordat er maar één individueel ticket per land en categorie beschikbaar is, mist Roos zijn startbewijs. Er zijn echter nog kansen voor de heren om als team deel te nemen. Wanneer het herenteam gekwalificeerd wordt, zijn Wijler en Roos zeker van deelname in het team.
De dames plaatsten zich voor de finale van het EK in Essen en daarmee verzekerden zij zich van het teamticket. De dames behaalden de zilveren medaille na een memorabele finale, waarin Frankrijk het goud wist te behalen. De samenstelling van het team is afhankelijk van de persoonlijke startbewijzen, maar als team zijn de dames aanwezig in Parijs. In de strijd om de individuele tickets grepen Gaby Schloesser en Quinty Roeffen net naast kwalificatie. Schloesser strandde in de kwartfinales en Roeffen werd vierde.
Veel vertrouwen bij de dames
De Olympische selectie bij de dames bestaat uit Gaby Schloesser, Laura van der Winkel, Quinty Roeffen en Fleur van de Ven. Daarvan heeft Schloesser al Olympische ervaring. Tijdens de Olympische Spelen van 2020 won zij een zilveren medaille op het onderdeel gemengd, samen met Steve Wijler. Van der Winkel was in 2018 actief op de Olympische Jeugdspelen en leerde daar erg veel van.
“Het niveau bij de dames lag nog nooit zo hoog,” vindt Van der Winkel. “We geven er alles voor samen en we hebben er alle vertrouwen in. Dat je vierde wordt op het WK is heel erg mooi, maar je baalt wel dat je dan de Spelen misloopt. Het WK heeft wel een enorme vertrouwensboost gegeven aan het team. De sfeer is dan ook erg goed en we hebben erg veel zelfvertrouwen.”
Van der Winkel wil het liefste met het team naar Parijs toe. “We zijn allemaal goede schutters en het is ook alweer even geleden dat er een damesteam deelnam aan de Spelen. We geven maximaal in de voorbereiding, daarin reizen we veel, maar dit is echt heel leuk om te doen.”
Roeffen sluit zich daar volledig bij aan: “Onze sterkte is echt het team. We groeien ontzettend hard. Voor het WK hadden we niet verwacht dat we erbij zouden zitten, dus als je dan zo dichtbij zit. Dan krijg je vertrouwen, de kansen zijn er en ik ben ervan overtuigd dat het goed komt. Mocht het niet lukken om als team te gaan, zou een individuele deelname te gek zijn. Ik denk alleen dat het daarvoor voor mij te vroeg is.”
“Het halen is al goud waard”
Van der Winkel en Roeffen hebben nog geen verwachtingen voor de Olympische Spelen. “We moeten ons eerst kwalificeren en eigenlijk is dat al goud waard,” aldus Van der Winkel. “Het Koreaanse team gaat voor de 10e keer op rij voor de winst, het is mooi als we daartussen staan. We zijn er met dit team nog nooit geweest, dus hebben geen verwachtingen voor onszelf.”
Voor Van der Winkel zal het een hele andere ervaring worden dan tijdens de Jeugdspelen in 2018. “Ik was toen heel erg zenuwachtig, het was zo groot en heel veel nieuwe indrukken. Ik had ook nog niet zoveel internationale toernooien gespeeld, dus het was heel erg nieuw voor me. Het was wel heel erg vet om deel te mogen nemen. Ik was de enige Nederlander, Senna kwam toen voor de Belgische ploeg uit.”
Heren zitten er bovenop om Spelen te halen
Namens de heren zijn het Steve Wijler, Senna Roos en Gijs Broeksma die als team naar Parijs willen. Wijler won in 2020 de zilveren medaille met Schloesser in Tokio en Roos heeft ervaring opgedaan tijdens de Jeugdspelen in 2018.
Net als bij de dames richten ook de heren zich op team deelname. “De eerste focus ligt op het behalen van een ticket voor het team,” vertelt Roos. “Dat is wat we allemaal willen, dat er drie heren staan op de Spelen. Ik probeer me dus zo goed mogelijk voor te bereiden op de wedstrijden die komen. Ik geloof dan ook dat de voorbereiding op de Spelen vanzelf komt.”
Roos was al jong gedreven om mee te doen aan de Olympische Spelen. “Ik heb dat altijd al gezegd, dat ik naar de Spelen wilde. Dat we nu al zo dichtbij zijn is mooi, maar daardoor is de wil en focus om het te halen zeker aanwezig. Ik wil het heel graag af kunnen maken en zeggen dat we er dichtbij waren.”
Hij schat de kansen op kwalificatie dan ook hoog in. “We hebben er alle vertrouwen in. Afgelopen seizoen hebben we goed gedraaid en zijn we het ticket net misgelopen. Daardoor zullen we dit jaar alleen maar harder werken om het wel te halen en het teamticket voor de heren binnen te halen.”
Veel talent dat wordt klaargestoomd voor de Spelen
Naast de zes dames en heren uit de teams zijn er nog een aantal individuele sporters die kans maken op deelname aan de Spelen. Bij de dames is dat Fleur van de Ven. Namens de heren zijn dat Jonah Wilthagen, Willem Bakker, Kay van Laarhoven en Yaël Smeets. Voor Bakker, Van Laarhoven en Smeets ligt de focus op 2028, maar zij doen wel al mee met de andere vier heren.
Van Rozendaal: “We hebben een hele getalenteerde club sporters en dus een hele mooie toekomst. De teamdeelname gaat altijd voor een individuele deelname, dus in theorie kan er een aantal van de sporters teleurgesteld worden als zij een individueel ticket scoren en daarna toch het team een ticket behaalt.”
Van der Winkel wil graag een voorbeeld zijn voor de andere meiden die nog gaan komen in de toekomst. “Bij de heren waren er altijd meer voorbeelden dan voor de dames. Hopelijk gaan we met ons team naar de Olympische Spelen en worden wij die voorbeelden voor alle meiden die nog gaan komen en hebben wij een route voor ze uitgezet als ze zover zijn.”
Veel rust rondom team
Naast alle sporters en coaches wordt er ook hard gewerkt door andere geledingen binnen de Koninklijke HandboogSport Nederland. Zo is Willem van de Worp als teammanager dagelijks betrokken bij de teams. Voor Van de Worp is het vooral zaak om rustig te blijven. “Ik moet gewoon rustig blijven en mijn werk blijven doen, zodat de sporters en coaches zo goed mogelijk kunnen presteren.”
Vanuit Van de Worp is er ook alle vertrouwen in deelname aan de Spelen. “Als ze laten zien wat ze kunnen dan moeten ze zich kunnen plaatsen. Ik ben er dan ook niet mee bezig dat ze het niet halen. Ik overleg intensief met de coaches over het programma dat zij willen doen en wat daarbij hun wensen zijn. Daarin probeer ik zoveel mogelijk te ondersteunen waar nodig.”
Vanuit teamperspectief hoopt ook Van der Worp op deelname van een heren- en damesteam. “Ik hoop op plaatsing van zowel het herenteam als het damesteam. Mocht dat niet lukken, dan hoop ik natuurlijk op individuele deelname. Daarnaast hoop ik ook op minimaal 1 medaille, of dat nu voor het team, mixed of individueel is dat maakt me niet uit.”
Drukke weken tot de Olympische Spelen
Roos vindt het een voordeel dat de voorbereidende toernooien en de Olympische Spelen dicht op elkaar zijn. “Die periode ligt niet zover uit elkaar, dus ik denk dat de voorbereiding dan ook goed gaat komen. We zitten er echt bovenop om de Spelen te halen met z’n allen.”
De weken tot 18 juli zijn erg druk. “We hebben het EK en andere internationale wedstrijden. Daarvoor moeten we veel reizen, maar komen we wel in een bepaalde flow te zitten. Uiterlijk in juni weten we of we naar de Spelen mogen en wie dit dan zijn. Dan hebben we nog een precamp gepland op Papendal. Het is goed om dan in onze eigen omgeving te zitten, zeker in zo’n druk en intensief seizoen,” aldus Van Rozendaal.
Het vertrouwen op deelname is groot bij iedereen die deel uitmaakt van de Olympische Selectie. Van Rozendaal: “We hebben een beetje pech gehad, maar er zijn nog voldoende kansen. Ik heb er alle vertrouwen in dat we met al deze dames en heren naar Parijs mogen.”