Hoe maak je van een individuele talentvolle sporters een hecht team
Groepsgevoel is enorm belangrijk in het vormen van een team. 2024 staat in het teken van de Olympische Spelen, waardoor verbinding tussen de sporters belangrijk is. Daarom waren de dames en heren met hun coaches begin maart in Zuid-Afrika voor een teamstage. Deze teamstage is voor meer nuttig dan het verbinden tussen de sporters.
Het team was voor 10 dagen in Zuid-Afrika, zij waren daar bij een bevriende parasporter van Jacqueline van Rozendaal, hoofdcoach van de KHSN. Zuid-Afrika heeft als groot voordeel dat het weer stabiel is, er geoefend kan worden op de Olympische afstand van 70 meter en het tijdsverschil met Nederland slechts één uur is. Het zijn eigenlijk de perfecte omstandigheden voor een trainingsstage in aanloop naar een intensief seizoen.
Voor TeamNL Handboog staat dit seizoen in het teken van de Olympische Spelen en de kwalificatie daarvoor. De teams zijn nog volop in de strijd voor tickets voor de Spelen en hebben daardoor een seizoen met veel wedstrijden in binnen- en buitenland. Tijdens de trainingsstage in Zuid-Afrika wordt er geconcentreerd gewerkt met alle talentvolle sporters, maar er is ook ruimte voor ontspanning. Er is een hoog verbinding gehalte tussen sporters en staf.
“Ik kan lezen en schrijven met de sporters”
Jacqueline van Rozendaal is hoofdcoach van de handboogsporters. Maar binnen de handboogsport is Van Rozendaal al jaren actief. In 1988 debuteerde ze op de Olympische Spelen in Seoel en werd 23e in de individuele klasse. In 1992 mocht zij naar Barcelona en nam zowel deel in het damesteam met Sjan van Dijck en Christel Verstegen als individuele sporter. Met het team kwamen ze tot de achtste finale en individueel werd ze 20e. Vanaf 2014 was ze vrijwilliger en daarna werd ze toegevoegd aan de staf van het dames programma. Jaren later ging ze het coachingsvak in en werd ze coach bij RTC Limburg waar ze veel van de huidige sporters uit de nationale selectie begeleidde.
Sinds 2017 is ze verbonden aan het Topsportprogramma op het TeamNL Centrum Papendal. Inmiddels is ze hoofd- en bondscoach en werkt daardoor intensief samen met de sporters. “Veel van de schutters ken ik al vanaf dat ze een jaar of 12 oud waren, onder andere vanuit de RTC’s en Jong Oranje. Daar kan ik dan ook mee lezen en schrijven. Ik zie het meteen als ze ergens mee zitten of wanneer het even niet goed gaat. Daarnaast heb ik kinderen in dezelfde leeftijdscategorie als veel van de sporters, dus ik weet wat er speelt bij ze en dat is een groot voordeel.”
In de manier waarop Van Rozendaal omgaat met haar sporters is het gevoel en de emotie belangrijk. “Al deze dames en heren kunnen schieten, ze hebben een goede techniek en weten hoe het moet. Het is voor mij dus heel belangrijk om te weten wat hen bezighoudt, zowel op sportief gebied als op school of thuis. Ik heb heel veel contact met ze. Aan de schiettraining wordt dagelijks gewerkt en er wordt gestreefd om daarin dagelijks te verbeteren. Mentaal, schiettechnisch en fysiek gaan hand in hand, het moet een geoliede machine worden die onder alle omstandigheden moet blijven functioneren. De kop moet goed staan, dat is het belangrijkste op dit niveau.”
“Kruintje naar het plafond en je wordt geroepen”
De jongste sporter uit het Topsportprogramma is de achttienjarige Quinty Roeffen. Roeffen kwam in 2017 in het RTC in Weert en viel na een jaar onder de handen van Jacqueline van Rozendaal. Naast de coaching van Jacqueline kreeg Roeffen ook coaching van haar man, Gerry. Daardoor weet ook Roeffen precies wat ze aan haar hoofdcoach heeft.
Roeffen heeft veel geleerd van haar tijd in Weert. “Er wordt meteen een standaard neergezet. Iedere sporter die in het RTC traint die weet hoe het werkt. Door aan hele kleine dingen te werken, wordt er een hele goede basis neergezet voor de toekomst en het brengt je op een bepaald niveau. Aan het einde van mijn tijd in het RTC, zo’n drie jaar geleden, kwam er meer focus op techniek.”
In die techniek komt de ervaring van Van Rozendaal goed naar voren. “Jacqueline heeft zelf op hoog niveau geschoten en weet dus hoe het moet voelen. Dat gevoel kan ze heel goed overbrengen en de kleinste details vallen haar op. Daar hebben we veel aan gewerkt en dat was heel erg fijn. Een van de dingen die ik nooit zal vergeten was hoe Gerry en Jacqueline altijd zeiden: ‘Kruintje naar het plafond en je wordt geroepen’. Dat gaat over de goede richting van het hoofd, dat blijft me altijd bij.”
Leven met idolen en voorbeelden
Op het moment dat Roeffen doorstroomde van RTC Limburg naar Papendal was dat wel even wennen. “Ik was gelukkig niet alleen, want Fleur van de Ven zat ook in Weert en we mochten tegelijk naar Papendal toe. Dan is het fijn om een maatje te hebben bij je en daar heb ik heel veel aan gehad.”
Roeffen kijkt met fijne gevoelens terug op haar tijd in het RTC. “Ik mis het niet echt, maar het was er wel altijd heel gezellig. De stap naar Papendal was niet heel groot, maar wel spannend. Ik was heel blij toen ik werd gevraagd, maar tegelijk was het ook wel een droom om zo tussen je idolen te komen. Daar was ik eerst heel verlegen, maar inmiddels is het normaal.”
Met een paar van haar idolen is Roeffen nu veel samen. “Gaby (Schloesser) en Steve (Wijler) zijn wel twee echte voorbeelden voor mij. Het zou dan ook supertof zijn om samen met hen voor een medaille te kunnen gaan in de komende jaren op de Spelen. Ik ben niet echt bezig met mijn toekomst op lange termijn, want ik geniet vooral van alles wat er komt en wil dit lekker blijven doen. Ik kan heel veel leren van de oude garde en de coaches, dus ik zit hier echt goed op mijn plek.”
Recurve DamesRecurve HerenQuinty Roeffen
Terug naar het gevoel
Een van de anekdotes tijdens de trainingsstage van het team in Zuid-Afrika was het moment waarop Van Rozendaal het lukte om Roeffen iets anders te leren dan boogschieten. “Ik heb Quinty en Gijs Broeksma geleerd om zelf brood te bakken, het heeft op het eerste oog niks met handboog te maken, maar het is wel belangrijk. Hoe werken zout en gist? En wat is de volgorde van ingrediënten? Zo werkt het ook met de volgorde van je bewegingspatroon. Daarnaast gaat het om verbinding en sociale vaardigheden, dat is heel belangrijk om met dit team te werken aan de toekomst.”
Van Rozendaal werkt daarin natuurlijk samen met de andere coaches en experts. “Zo wordt er ook veel samengewerkt met bijvoorbeeld Cas, onze haptonoom, en met Peter Elzinga, een van de coaches. Hij maakt je bewust van wat je voelt en hoe je lichaam daarop reageert, bewust en onbewust. En daarmee het accepteren van gevoelens voor je lichaam, daardoor kun je terug naar het gevoel.”
Over de toekomst is Van Rozendaal positief. “We hebben een sterk team met hele goede sporters waar we nog jaren van kunnen genieten. We blijven samen hard werken om alles eruit te kunnen halen.”