Waar ben je naar op zoek?

Sluit zoekvenster

In een tweedelige reeks van verhalen uit de oude doos kijken we terug op memorabele momenten van Interland Nederland – België door de jaren heen. In aanloop naar deze jubileumeditie kwamen oudgedienden samen in Baarschot en vertelden zij verhalen over de Interland, of de Landenkamp zoals dat eerder werd genoemd.

In dit eerste verhaal kijken we terug op hoe het vroeger ging. Van verbroederingsavonden tot de angst voor vernieuwing. En van vrolijkheid aan de lijn tot aan de verandering van de blazoenen.

Verbroedering
Teams kwamen bij een uitwedstrijd in het andere land vaak al een dag of twee eerder naar de wedstrijdlocatie. Daar werden zij ontvangen en gingen de teams met de harmonie door het dorp. ‘s Avonds kwamen de teams bijeen in een parochiezaaltje voor verbroedering met muziek, een drankje en gezelligheid om vervolgens rust te pakken in een nabijgelegen hotel. Na de wedstrijd van 1972 in Baarle stopte deze uitgebreide voorbereiding, mede met de komst van gemakkelijker vervoer.

Uit en thuis
Over en weer, zo werden de wedstrijden gepland. De eerste wedstrijd in Nederland en dan de tweede in België. En het volgende jaar de eerste wedstrijd in België en dan de tweede wedstrijd in Nederland. Zeker in de vroegere jaren verzamelden de teams op een centrale plek in het land om vervolgens gezamenlijk af te reizen naar de wedstrijd. Toen het vervoer gemakkelijker werd door de jaren heen gingen deelnemers op eigen gelegenheid naar de wedstrijdlocatie.

Dezelfde mensen
Vroeger was het voor beide landen een team vanuit het hele land, maar later waren er toch bepaalde regio’s oververtegenwoordigd. Zo zag je bij het Belgische team voornamelijk deelnemers uit Belgisch Limburg en Antwerpen. En diezelfde trend zagen we ook in Nederland waar het overgrote deel van de Nederlandse deelnemers uit Brabant en Limburg kwam. Een enkele deelnemer uit de Randstad was niet uitgesloten; tegenwoordig zien we juist weer meer deelnemers uit het hele land.

Bang voor vernieuwing
Veel verenigingen hebben jaren angst en zelfs afkeer gehad voor de komst van de compoundboog. Zo kwam het voor dat compoundschutters werden geweerd op de banen. Ditzelfde werd ook ervaren door de FITA-schutters, die werden meer dan eens geweigerd voor de selecties van de interland. Een deel daarvan kwam ook voort uit een volle wedstrijdagenda waar wedstrijden op dezelfde data vielen. Dat laatste is vandaag de dag niet anders.

Van vrolijkheid naar stilte aan de lijn
Een van de veranderingen door de jaren heen was dat het op een moment stil moest zijn aan de schietlijn. Daar waar er in het verleden een sportief en enthousiasmerend gezang in werd ingezet “Zo, zo, zo moet ie wezen, zo zo zo moet ie zijn” en over het hele veld werd herhaald, of je nu aan het schieten was of niet, werd het later stiller. Tegenwoordig is het achter de lijn nog altijd gezellig, maar veel gezongen wordt er niet meer.

FITA versus 25M1Pijl
In België was het zo dat schutters keuzes moesten maken tussen 25m1Pijl en selectiewedstrijden voor de FITA’s; deze vielen veelal op dezelfde data. Spijtig voor de Interland was dat in de loop van de tijd steeds vaker de keuze uitging naar FITA, omdat daar meer was te ‘presteren’. In Nederland kwam op enig moment kort de verplichting dat vier FITA-schutters uit het Nederlands team mee moesten doen aan de Interland. “Al zie ik die vier nooit meer, als de sfeer maar goed blijft,” meldde de teamcaptain in gesprek met het bondsbureau. Want deze vier schutters met de ‘verplichting’ hadden geen behoefte om daar langer te zijn dan nodig, al dan niet door verplichtingen van een sponsor. Het ging om het plezier en de eer om voor het land uit te komen. Deze verplichting heeft dan ook niet lang geduurd en het gaat zoals hiervoor evenals tegenwoordig om de eer.

De eer om voor het land uit te komen
Voor een deel van de tegenwoordige deelnemers heeft het niet meer de waarde die het voor oudgedienden nog wel heeft, de eer om uit te mogen komen voor het land. Waar afmeldingen nu geen uitzondering zijn, kwamen vroeger deelnemers van heinde en verre speciaal terug naar België of Nederland om te kunnen deelnemen aan de Interland. Zo kwam eens een Belgische deelnemer die op vakantie ging naar Oostenrijk speciaal terug in zijn kleine Lada om de laatste selectiewedstrijd voor de Interland te schieten om zich vervolgens dezelfde avond weer te herenigen met zijn gezin in Oostenrijk. Maar ook de Nederlander J. Schuman die in Spanje op vakantie was en speciaal met het vliegtuig op en neer kwam om de Interland te schieten.

Hogere scores
Dat het vroeger meer om de prestatie ging, en het echt willen ‘vechten’ voor een plaats binnen de selectie, was zelfs af te zien aan de scores. Zo was er rond 1980 toch echt een 9,3 gemiddeld nodig om je te kunnen plaatsen. Tegenwoordig ligt de lat nog altijd hoog, maar oudgedienden lieten weten dat het niveau vroeger misschien wel iets hoger was.

Verhalen die leefden
Vroeger werden vele verhalen geschreven en gedeeld in ‘De Handboogschutter’, het boekje van de Nederlandse Handboog Bond. Toenmalige secretaris had het talent om zeer boeiende verhalen te schrijven en zo met het maandelijkse boekje de selectiewedstrijden en de interland te promoten. In het geheugen gegrift staat nog de Interland waar er eens 1000 man op afkwam en waarbij het aan weerszijden van het veld, op enkele meters van de vliegende pijlen, druk bezocht was.

Steeds meer schutters
Door de jaren heen deden er ook steeds meer schutters mee aan de Interland. Zo deden er in 1959 nog zo’n 16 volwassen mannelijke schutters mee die schoten met een traditionele boog. Tegenwoordig zijn dat er 32 (en nu 36 in het jubileumjaar), verdeeld over mannen en vrouwen, jong en oud, en alle boogsoorten.

Verandering van blazoen
Ook het blazoen veranderde in 1955 het blazoen. Eerst schoten de deelnemers op een 1-6 blazoen; het werd een 1-10 blazoen. De Belgen waren iets sneller met deze ontwikkeling, want zij schoten vanaf 1949 al op een 1-10 blazoen. Nog elk jaar wordt in Essen de ‘zesdaagse’ geschoten waarbij deelnemers nog volgens oude regels op het oude blazoen schieten. De kleuren van het blazoen zijn toch enkele jaren een discussie geweest waarbij de Nederlanders in de jaren 70 op een zwarte roos schoten en de Belgen op een gele roos schoten. Daarna kwam er eenheid in blazoen keuze en de te volgen regels.

Richt je pijlen op de laatste nieuwtjes! Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis geen enkel schot.